De oorsprong van lachyoga
In 1995 besloot dokter Kataria, een Indiase arts, een artikel te schrijven voor zijn maandelijkse gezondheidstijdschrift over lachen. Bij de voorbereiding ervan kwam hij in aanraking met een schat aan wetenschappelijke informatie over de voordelen van lachen voor lichaam en geest.
Vooral het boek ‘Anatomy of an Illness’ van Norman Cousins trok zijn aandacht, alsook het onderzoek van dr. Berk, immunoloog aan de universiteit van Loma Linda in Californië. Diep geïnspireerd door deze lectuur, en zijnde een man van actie, besloot hij onmiddellijk om de impact van lachen in de praktijk te testen.
En zo richtte hij zijn eerste kleine groep lachers op in een park in Mumbai. Lachen om moppen. Maar al snel raakten de moppen op…
Toch was dokter Kataria vastbesloten om de voordelen van lachen verder te onderzoeken. Hij ging zich verder inlezen en ontdekte dat zelfs als je doet alsof je gelukkig bent, je lichaam en hersenen het verschil niet zien.
De voordelen voor de gezondheid zijn hetzelfde, of je nu echt lacht of gewoon een oefening doet die je dwingt om te lachen. Het lichaam reageert op precies dezelfde manier: door dezelfde ‘gelukschemie’, dezelfde hormonen, aan te maken.
Van hieruit ontwikkelde dokter Kataria het concept van lachyoga: een reeks groepsoefeningen, gecombineerd met yogische ademhaling, om de voordelen van lachen op te wekken. Door meer zuurstof naar het lichaam en de hersenen te brengen, voelen we ons gezonder en energieker.
Gelanceerd in 1995 met slechts vijf mensen in een openbaar park, is lachyoga uitgegroeid tot een wereldwijde beweging met 6.000 clubs in meer dan 70 landen. En ook het bedrijfsleven heeft deze heilzame en ludieke sessies ontdekt.